Poppenhoofd
Inventarisnummer
2009_161_0685
Beschrijving
In de prehistorie hadden mensen al poppen, vaak gemaakt uit steen, klei of hout gemaakt. Vaak waren de allereerste poppen niet bedoeld als speelgoed maar hadden ze een religieuze of een magische functie.
Het is vermoedelijk pas in de middeleeuwen dat ook kinderen poppen kregen om mee te spelen.. Deze werden uit hout gesneden, hadden vaak een kegelvorm en werden beschilderd. De grote verschillen tussen arm en rijk is ook aan de poppen te zien. De rijken hadden luxe poppen gemaakt door ambachtslieden en de armen hadden simpele zelfgemaakte lappenpoppen.
Gedurende de 17de en 18de eeuw nam de kennis van mechanica toe en werd er ook meer bewegend speelgoed gemaakt. Toch was dit erg duur en daarom alleen weggelegd voor rijke kinderen.
Rond de 18de eeuw kregen de poppen, die alsnog van hout werden gemaakt, glazen ogen en een pruik van echt haar. Er ging steeds meer aandacht naar de vormgeving van de poppen. Samen met de industriële revolutie nam de fabricage van speelgoed toe. Poppen werden toen vaak gemaakt uit papier maché. Deze poppen hadden een realistischer uiterlijk dan houten poppen en aan het schilderen van de gezichten werd ook meer aandacht besteed.
In de 19de eeuw begonnen maskermakers ook poppengezichten te maken. Zo kregen poppen wimpers, wenkbrauwen en ook haren. Aan het eind van de 19de eeuw werden de Franse porseleinfabrieken geïntroduceerd, die poppenkoppen verkochten. Ook kwamen rond dezelfde tijd de celluloid poppen op de markt. Dit waren de voorlopers van de plastic poppen.
Dit poppenhoofje is gemaakt uit biscuit en is vermoedelijk gemaakt in Duitsland. Het maakt deel uit van de inventaris archeologische vondsten uit de opgraving Jacobsmarkt - opgraving 2009 (Turnhout) (S100 – contextdatering omstreeks 1875 - 1910).